Begeesterd door taal
Interview met Nienke Rooijakkers, Pat Vanderhaeghe
Op 22 mei 1997 overleed Herman de Coninck. In Taal zonder
mij herleest zijn weduwe, Kristien Hemmerechts, zijn poëzie en gaat daarbij
vooral op in het autobiografische karakter ervan. Via zijn gedichten, zijn
correspondentie en haar eigen herinneringen vertelt ze over hem en hun
gezamenlijk leven. Taal zonder mij is echter niet alleen een verhaal over
afscheid en dood, maar ook over de mogelijkheden en onmogelijkheden van liefde
en samenleven. Regisseuse Nienke Rooijakkers bewerkte het boek in samenspraak
met Kristien Hemmerechts en dramaturge Eva Mesker tot een monoloog voor Tania
Van der Sanden. De taal, zowel die van Hemmerechts, als van de Coninck, staat
daarbij centraal. Beeldend kunstenares Carolien Scholtes zorgt voor een
vormelijk tegengewicht. We hadden het met Nienke Rooijackers over haar motieven
om Taal… aan te pakken.
Waar kwam de idee vandaan om precies dit boek te gaan bewerken?
N.R. – Toevallig zag ik bij Eva, de dramaturge, twee jaar geleden een boek
liggen dat me aansprak; iemand leest teksten van iemand anders, verdiept zich in
zijn taal en leert zo die ander beter kennen. Nu ben ik begeesterd door taal en
ik ben dat boek onmiddellijk beginnen lezen. Ook Eva las het en we hadden al
snel iets van ‘dit kan iets worden’. Dat was dus Taal zonder mij. Ondertussen
had ik Sam Bogaerts (n.v.d.r.: toen nog bij Malpertuis) leren kennen en ik
vertelde hem dat ik iets wou doen met dat boek. O.K., zei Sam, kom dat dan maar
bij ons doen. Zo is ook Tania er bij gekomen. Ik vond haar al lang een heel
goede actrice en dat kwam dus goed uit. Maar het hele uitgangspunt is taal en
hoe je iemand leert kennen door taal.
Het is een monoloog, je volgt trouw het boek?
N.R. - In het begin dachten we aan een man en een vrouw omdat die relatie zo
fysiek aanwezig is in het boek, maar we kwamen er niet uit. We hebben er lang
over nagedacht, tot Eva zei: “Dit klopt niet. Die man is dood, hij is er niet
meer… die man moet d’r uit.” Dat was precies het grote drama: die man was dood
en daar heeft die vrouw het in het boek over. Zij heeft alleen nog maar zijn
gedichten, woorden en letters. Omdat ‘Herman’ echter zo sterk aanwezig is,
hebben we samen met de vormgeefster, iets bedacht om dat ook in de voorstelling
te krijgen en zo ontstaat er ook een wisselwerking tussen Tania en de teksten.
Op de flap staat dat Kristien Herman pas goed leerde kennen door het
schrijven van dit boek. Is het niet moeilijk om met zo’n intiem materiaal aan de
slag te gaan?
N.R. – Misschien is ze Herman nog beter gaan zien door die gedichten te lezen en
te herlezen… Maar voor mij gaat het niet in de eerste plaats over Kristien
Hemmerechts en Herman de Concinck. Ik kende hen tot dan trouwens niet. Ik zag
gewoon dat boek en vond het interessant omwille van dat taalaspect. Ik heb het
boek gebruikt omdat het raakt, omdat het herkenning meebrengt,… het is ook
universeler dan het verhaal van de schrijfster en de dichter. Het gaat over een
vrouw die moet verwerken dat een man er niet meer is en hoe ze daar mee in het
reine komt. Ik ben vooral in die personages gedoken. Die vrouw heet toevallig
Kristien en schrijft boeken en die man heet Herman en is dichter en door te
spelen met taal, haar taal en zijn gedichten, als losse eilandjes daartussen,
ontstaat er een soort van dialoog. Die zit in de taal, in de textuur zelf. We
zijn zorgvuldig met de teksten omgesprongen, enkel wat woordjes veranderd of
herschikt om ze op toneel te kunnen brengen. Er zijn wel enkele dingen uit
gevallen; je kan het hele boek niet op de scène brengen. Kristien heeft een wat
uitgebreider, echter ‘portret’ geschreven, in het stuk gaat het over die
relatie… Kristien heeft dat zo mooi verteld, zo zonder franje, over hoe dat was.
Geen gemakkelijke relatie, trouwens. Ze heeft niets verbloemd en dat maakt het
ook zo aangrijpend. Ze blijft heel respectvol en vertelt tegelijk zo secuur over
die relatie.
Kristien Hemmerechts volgt het productieproces mee op?
N.R. - Ze volgt het van op een afstand. Ze heeft enkele repetities bijgewoond,
zodat ze niet op de première voor het eerste dat stuk ziet. Ik vind het zelf ook
prettig dat ze komt kijken. Omdat ik dan kan laten zien dat ik met respect met
het gegeven omga. In het begin heb ik haar gevraagd of zij de bewerking wou
maken. Maar ze vond dat ik dat zelf moest doen. Dat werkt ook het beste; je
maakt toch op een andere manier een dramatische boog dan in een boek waarin je
veel meer in detail kan treden.
En nu wordt ze hier allemaal opnieuw mee geconfronteerd?
N.R. – Ja, ze had het er soms lastig mee. Ze had een seintje gekregen van Sam
(Bogaerts) en ze had hem gezegd: laat dat meisje maar eens een brief sturen. Ik
heb die nog laten nalezen door m’n vader, of hij wel goed was. Want het is toch
wel raar om zo’n persoonlijke brief dan nog wel naar een schrijfster te
schrijven… En toen wou ze eens kennis maken en ik ben dan bij haar op bezoek
geweest. We hadden een heel leuk gesprek. Ik had het ook over die man en die
vrouw in het stuk, waarop zij: "Nienke, als je maar één ding niet doet en dat is
een voorstelling maken waarin je Herman laat reïncarneren.” Maar ze vond dat we
het toch maar moesten doen. Dat is nu zo’n twee jaar geleden. En nu is het echt
zo ver. Maar ik denk dat ze het soms best nog wel moeilijk vindt. Al heeft ze
best wel alles onder controle, hoor. Als je merkt hoe ze alles netjes op een rij
zet in dat boek… Maar die vrouw heeft natuurlijk ook gillend en jankend in haar
bed gelegen. Af en toe lees je dat in ook haar columns, dat zij voor zichzelf
gezegd heeft: "Ik moet blijven werken, me niet laten gaan, want anders word ik
gek…”.
Die taalfascinatie van jou lag mee aan de basis van deze productie. Waar komt
die toch vandaan?
N.R. - Het is mijn drijfveer om met toneel bezig te zijn. Maar de basis voor dit
stuk is toch tweeledig. Tenslotte gaat het niet alleen over taal maar
voornamelijk over de diepe angst en het verdriet en is taal een middel om dat te
gaan verkennen. Kijk, als ik een tekst lees, hoor ik hem in mijn hoofd en dan
denk ik vaak: interessant, daar kan ik aan werken. Ook bij repetities ben ik
daar vaak mee bezig: wat verandert er als je iets zus of zo zegt. Het is
proberen en zoeken tot je weet: dit is het! Taal is als klei voor een plastisch
kunstenaar. En ik vind het leuk om aan teksten en taal te frunniken, te kneden
en te boetseren. Zo vertaal ik ook graag uit het Engels, bijvoorbeeld. En dan
zoeken tot het precies juist zit. Ik vind het ook heel erg leuk om te kijken wat
er precies gebeurt als er iemand op toneel gaat staan. Het opbouwen van een
productie gaat bij mij dan ook allemaal heel langzaam en ik vertrek daarbij
altijd vanuit de taal.
Dat is hier duidelijk aanwezig: Kristien die alle facetten van haar en hem zo
secuur probeert te pakken in wat ze schrijft. Die taalfascinatie van mij en dit
liggen, in alle bescheidenheid, ergens in elkaars verlengde. Daarom vind ik die
gedichten ook zo mooi. Ook Herman de Coninck koos zijn woorden zo precies. Ze
zijn schijnbaar heel eenvoudig, maar alles is zo ontzettend zorgvuldig
afgewogen. Alle facetten zijn bekeken voor hij dat woordje daar op die plek in
dat gedicht plaatste. De woorden spelen een grote rol in zijn gedichten, ze zijn
helemaal niet waardevrij, het zijn echte minidiamantjes….
En nu maak jij als Nederlandse een productie over twee Vlaamse
literatuurreuzen voor een Vlaams gezelschap?
N.R. - Het was helemaal niet mijn bedoeling om deze productie absoluut in
Vlaanderen te gaan doen. Dat is toevallig zo gekomen. Achteraf gezien ben ik wel
blij om dit in België te kunnen doen; het ‘klopt’ dat ik het hier doe. ’t Is wel
raar voor mij dat ik hier een productie maak die zo los staat van mijzelf,
terwijl het over een geschiedenis gaat die men hier herkent. Pas nu heeft men
Herman de Coninck in Nederland beter leren kennen, precies dankzij dat boek van
Kristien. ’t Is ook allemaal nog maar zo kort geleden. Met die herdenkingen van
dat vijfjarig overlijden realiseerde ik me pas: "O, dat leeft hier zo!"
- Geplaatst met toestemming van Pat Vanderhaeghe
Site info
© 1999-2024 | Bert Geens, Herman de Coninck.be - Dank aan zoveel mensen. Hosted by Inbound Webhosting.